woensdag 21 november 2012

Feest

Zondag was kleine S. alweer zes weken. Het is onvoorstelbaar hoe de tijd vliegt. Zes weken is een mooie leeftijd om je eerste feestje te vieren en dus was daar het kraamfeest. Samen met onze families en goede vrienden vierden we de komst van dit heel bijzondere jongetje. Prachtig om K. en J. zo gelukkig te zien met hun zoon. Ze straalden van trots. En kleine S. (mijn afbakneefje noem ik hem met gepaste trots) heeft nu genoeg speelgoed voor een compleet kinderdagverblijf. Het was een mooi feestje.

Op dat mooie feestje nam J. op een gegeven moment het woord. Hij begon te vertellen hoe bijzonder deze tijd voor ons is geweest en bedankte de mensen die een extra grote rol in het geheel hebben gespeeld, waaronder mijn ouders. Hij benoemde dat ze zich pas tijdens mijn zwangerschap realiseerden wat dit voor mijn ouders betekende. Mijn vader heeft ooit gezegd: "Mijn dochter is zwanger, maar ik krijg geen kleinkind.". Hij heeft het daar best moeilijk mee gehad. Daarnaast maakten mijn ouders zich natuurlijk zorgen om het welbevinden van hun "kleine meid". Gesprekken tussen K. en mijn vader hebben mijn vader destijds gerustgesteld, hij is gewoon óók een soort opa. Zijn rol is er en mag er zijn. Dat hielp, maar het bleef natuurlijk heftig voor ze. Hoe zou ik me houden na de bevalling? Zou de bevalling goed verlopen? Mijn vader, die de speech van J. aan het filmen was, barstte in snikken uit toen J. hun gevoelens benoemde en dus erkende. Tot dat moment had ik het re-de-lijk droog kunnen houden, maar dit was too much. Ik ben mijn vader maar even gaan knuffelen. Toen ik om me heen keek, zag ik in alle hoeken van de zaal de zakdoekjes tevoorschijn komen. Die sniffende, grote brombeer raakte iedereen. Wat mij vooral raakte is dat ik kon zien dat mijn vader en moeder, ondanks de emotionele achtbaan die het ook voor hen geweest moet zijn, apetrots zijn op hun dochter én op hun afbaktochweleenbeetjekleinkindneefje. Leuk detail: mijn snikkende vader bleef gewoon doorfilmen. The show must go on.

Ook ik ontkwam er niet aan. J. richtte het woord tot mij. Ik kan hier niet reproduceren wat hij zei en dat hoeft ook niet. Het waren woorden van liefde en dankbaarheid. Warme woorden. En hij vertelde over hun reis door Afrika. Hoe ze in Afrika een beeld vonden van een vrouw die een baby lijkt weg te geven. Toen ze dit beeld vonden, was ik nog niet zwanger, ze durfden het niet te kopen. Wel hebben ze er destijds een foto van genomen. Nu is het beeld alsnog gekocht en wéken geleden verstuurd vanuit Afrika. Helaas was het nog niet aangekomen. De vorige keer dat er iets vanuit Afrika naar mijn schoonfamilie werd verzonden duurde het zes maanden, geduld is een schone zaak in deze. De aanblik van de foto van het beeld, die ik als alternatief in een mooie lijst kreeg, was al genoeg om weer voor vochtige ogen te zorgen. Dat was ik. Met kleine S. in mijn armen, klaar om hem aan zijn ouders terug te geven. Klaar om zijn ouders hun zoon te geven.

Het was een mooi feestje.