zondag 15 december 2013

Wederzijds?


Afgelopen weekend was het zover. Ik ging kleine S. weer zien. Visioenen had ik . Visioenen waarin het gezicht van dat kleine mannetje één en al glimlach zou worden wanneer hij mij na al die tijd weer zou zien. Warme armpjes om mijn nek. Misschien zelfs wel een natte snotkus.
Wat denk je? Niets van dat al. Ik mocht hem wel even optillen, maar daarna werd het pijnlijk duidelijk waar zijn prioriteiten lagen; het bemachtigen van een doosje rozijntjes. Hij worstelde zich los en banjerde doelgericht naar de keukenla met lekkers. Glimlachjes zijn bepaald niet schaars bij S., maar om nou te zeggen dat hij ze voor mij bedoelde… zijn broers zijn veel leuker om naar te lachen, naar het schijnt. En armpjes om mijn nek? Hoe moet je dan met je kleine garnalenvingertjes die rozijntjes uit het doosje peuteren? Geen tijd voor.
Het is duidelijk. Kleine S. heeft mij helemaal niet nodig. Normaal, wanneer je een kind baart, is dit kind de eerste jaren afhankelijk van je. Best een bijzondere gewaarwording om een kind te baren dat op geen enkele wijze afhankelijk van mij is. Hij vindt me vast best lief, zoals hij zijn andere familieleden lief vindt, maar voor zijn natje en zijn droogje heeft hij zijn ouders. Zijn broers en zussen zijn z'n helden. Opa en oma ook. En tante E., ach, die is best te pruimen.
Hij moest eens weten wat hij voor mij betekent. Hij moest eens weten dat hij, na mijn eigen dochter, het meest belangrijke persoontje in mijn leven is. Gelukkig heeft hij geen idee. Het is prima zo. Het is heerlijk om hem zo op zijn gemak te zien in zijn eigen wereldje. Met zijn persoonlijke helden voor wie hij grote grijnzen reserveert. Zijn armpjes om de nek van zijn moeder als ze hem naar bed brengt en diezelfde armpjes uitgestrekt naar zijn vader als hij vol enthousiasme op hem afrent. Hij heeft dat gezin compleet gemaakt en dat is een genot om naar te kijken.
Natuurlijk denk ik vaak na over mijn rol in zijn leven. En stiekem, of eigenlijk vrij openlijk, hoop ik dat ik ooit ook een beetje bijzonder voor hem zal zijn. Als dat niet gebeurt en ik blijf gewoon tante E., dan is het ook goed. Dan blijf ik gewoon op gepaste afstand de meest trotse tante ter wereld. Dit is de eerste relatie waarin ik er goed mee kan leven dat de liefde vooral van mijn kant komt. Mooi is dat.

vrijdag 6 december 2013

Kabouterkie

Ik ben net terug van een heerlijke vakantie in Zuid-Afrika. Een paar weken ervoor, in aanloop naar deze reis, bedacht ik me opeens dat het precies 6 jaar terug was dat ik in Zuid-Afrika voor het eerst voet aan de grond zette. In 2008, een jaar dat zich grotendeels kenmerkte door angst, verdriet en onzekerheid. Operaties en bestralingen net achter de rug, was ik best wel kwetsbaar om zo ver van huis te gaan. Maar gesteund door J, mijn ouders, mijn zoon en die van J, hebben we er een onvergetelijke tijd gehad. Tel daarbij op een tas vol pijnstillers, verbandmiddelen en antibiotica voor-het-geval-dat die meegingen in de koffer en er kon eigenlijk niets meer misgaan. "We'll beat the system" was in die tijd een statement dat J. regelmatig gebruikte en dit voelde er ook als zo eentje.

Dat ik na thuiskomst, ongelogen, binnen twee uur weer in het ziekenhuis lag door een 'nagekomen complicatie die zelden voorkomt', nam ik zelfs min of meer op de koop toe. Niet dat ik veel keuze had overigens, maar het positieve gevoel bleef gewoon overheersen. Je kunt als mens eigenlijk veel meer hebben je van tevoren denkt. Wat natuurlijk ook geweldig bijdroeg aan dat gevoel was het feit dat er sinds een paar weken zes embryo's bestonden die lagen te wachten op betere tijden. En die zijn gekomen, enfin, dat verloop is alom bekend!!

Maar nu, pas geleden terug in Zuid-Afrika, was ik me er sterk van bewust dat ik er in 2008, in hele andere omstandigheden ook was. Toen vervuld met hoop, maar soms ook met vrees in mijn hoofd en hart door zes ingevroren embryootjes en het feit dat de kanker echt weg was, maar ook weg moest blijven. En dat ik daar nu dan weer was, maar nu gezond en wel met het liefste één jarig oude jongetje ter wereld in mijn armen. Die geen moment meer uit het oog te verliezen valt, omdat hij op zijn stevige beentjes niets liever doet dan de wereld om hem heen verkennen. 'Kabouterkie', zo noemden ze de kleine S. in het Zuid-Afrikaans liefkozend. Met zijn blonde haartjes en blauwe oogjes was hij er regelmatig een opvallende verschijning.

Inmiddels loopt de adoptieprocedure, de laatste te nemen formele stap in het juridische deel van het proces rond hoogtechnologisch draagmoederschap. Het gaat goed met ons, we prijzen ons enorm gelukkig en we hebben de balans na alle turbulentie aardig te pakken.

Nog een mijlpaal: volgende week is mijn laatste controle in het ziekenhuis, die fase sluit ik na vijf jaar daarmee dan echt af. De lymfeoedeem en een paar andere kwaaltjes die ik overgehouden heb aan de behandelingen zijn eerlijk gezegd soms best taai en zullen nooit meer overgaan. Maar 'kom op' zeg ik dan, ik ben genezen, ik hanteer het wel. De verstevigde emotionele verbintenis tussen E, B, J en mijzelf koester ik ontzettend en de band tussen E. en S. eveneens. Ik hoop, nee, weet zeker, dat alles wat samenhangt met S. en draagmoederschap, voor ons alle vier een graag en veel besproken onderwerp zal blijven. En mocht bij één van hen de aandacht verslappen, dan zal ik ze wel bij de les houden.

E. is aan een boek begonnen, ik hoop dat ik het eerste exemplaar van haar mag lezen. Dit is mijn laatste blog, de reis en reden waarom ik aan deze blog begon is voor mij tot een einde gekomen. Voor mij is de cirkel rond, of zoiets, zo voelt het. Als ik andere mensen, nu of in de toekomst kan helpen met mijn verhaal, dan zal ik dat heel graag blijven doen. Maar mijn persoonlijke verhaal stopt hier. Was ik aanvankelijk nogal aarzelend toe E. voorstelde om te gaan bloggen, ik heb er door de tijd heen steeds meer plezier in gekregen. Hartverwarmende reacties hebben me heel goed gedaan, verrast was ik door het grote aantal lezers, soms uit wel tien verschillende landen. Het boek zoals alleen E. dat kan schrijven zit er voor mij niet in. Laat mij maar opnieuw trots zijn op 'mijn' allerliefste schoonzus, draagmoeder en boekschrijfster ter wereld!

woensdag 4 december 2013

Verticaal blijven


Hij is weer terug op Hollandsche bodem!

Dat zou verdorie ook tijd worden. Ik geef eerlijk toe; ik heb genoten van de foto’s van S. in Afrika. Zo’n dapper, blond ventje dat daar onbevangen ronddrentelt. Heerlijk! Trots voelde ik me ook, omdat hij het zo goed deed. Hij heeft zich daar –begreep ik uit de verhalen van de misschien nog wel trotsere moeder- heel gemakkelijk aangepast aan de andere omgeving en omstandigheden. Dat deed me goed. Dus ondanks dat ik het best heel lastig vond en ik ook echt wel een paar traantjes heb gelaten, waren de afgelopen weken beter uit te houden dan ik van tevoren dacht. Zondag zie ik hem (en zijn ouders, vooruit, die doen ook mee) weer. Ik vermoed zomaar dat ik daar erg van ga genieten.

Morgen is het Sinterklaasfeest. Onwillekeurig denk ik terug aan 5 december vorig jaar. K. en ik gingen lunchen en winkelen in Leeuwarden met de kleine baby S. in de kinderwagen. Het was de eerste keer sinds de bevalling dat we zoiets ondernamen. Het was vreselijk vies weer. Er viel natte sneeuw en de straten waren glibberig. Na de lunch en de nodige inkopen liepen we in de richting van het kantoor waar ik werk. Uiteraard moesten we het prachtige product van onze inspanningen ook even aan mijn collega’s showen. Bijna bij de ingang deden mijn benen ineens niet meer wat ik wilde en gleed ik uit. Ik brak mijn arm. Niet dat ik dat in de gaten had, we zijn nog naar binnen gegaan, hebben S. laten zien en gezellig met mijn collega’s gepraat. Tussendoor mijn arm maar even onder de koude kraan gehouden, omdat het toch wel vervelend voelde. Eenmaal thuis trok ik mijn jas uit en zag ik dat mijn arm toch wel behoorlijk scheef stond. Doorgaans is dat geen goed teken, dus we hebben er toch maar even een arts naar laten kijken. Geen overbodige luxe, zo bleek.

Nu een jaar verder is mijn arm nog steeds niet helemaal de oude. Ik heb dus besloten om morgen het zekere voor het onzekere te nemen. Ik ga níet fietsen naar mijn werk. Ik ga kijken waar ik loop in plaats van naar mijn telefoonschermpje. En in geval van sneeuw ga ik zitten en blíjf ik zitten waar ik zit tot iemand –wie dan ook- me komt ophalen.

Want wat er ook gebeurt, zondag wil ik mijn lieve neefje met twee armen kunnen vasthouden, zoals het een goede draagmoeder betaamt.