vrijdag 18 oktober 2013

Buitenbuiks


Ik heb een logé. Buitenbuiks deze keer, maar het is wel het zelfde ventje. Zijn vader en moeder vermaken zich met dingen waar ze kennelijk geen dreumes bij kunnen gebruiken en kleine S. mag dit weekend in It Heitelân doorbrengen. De geluksvogel.
Vanmiddag om een uur of drie kwam K. hem brengen. Hij was in slaap gevallen in de auto, maar toen K. hem uit zijn stoeltje tilde en hij zijn ogen opende, kreeg ik meteen een stralende glimlach. Zo zie ik dat graag.

K. bleef nog even een kop thee drinken. Heel gezellig natuurlijk, maar ik kon nauwelijks wachten om S. in zijn wandelwagen te zetten en door het dorp te banjeren. Ik heb nog even overwogen om een bordje om de nek van S. te hangen met daarop de tekst: “Komt uit mijn buik! Wat is-ie knap hè?” Op het laatste moment besloot ik om dat achterwege te laten. Het blijft immers Friesland. Hier doe je al gek genoeg als je gewoon doet.
Gelukkig kwam ik een lieve buurvrouw tegen. Zo’n buurvrouw die snapt dat je apetrots bent en dan ook geheel belangeloos een paar oh’s en ah’s laat vallen. Mijn dochter I., die ook meewandelde, deed er overigens alles aan om de aandacht naar zich toe te trekken. Het arme kind voelt maar al te goed dat ze haar voetstuk dit weekend moet delen.

Na het buurvrouwintermezzo was het tijd voor een rondje supermarkt. Vanochtend vergat ik opzettelijk een paar producten van mijn boodschappenlijstje zodat ik wel naar de supermarkt móest met mijn neefje. Maar wat denk je? Géén bekenden! Ik heb wel tien rondjes door de buurtsuper gelopen. Tóch nog even terug naar de groente afdeling en had ik nu echt geen nieuwe toiletverfrisser nodig?
Als een vakkenvuller voor de derde maal opzij stapt om je te laten passeren wordt het een beetje gênant  en dus ben ik maar gaan afrekenen. Met een licht gevoel van teleurstelling liep ik weer naar huis. Onderweg geen buurvrouwen of belangstellende dorpsgenoten. Niemand.

Ik vroeg me af waarom het zo belangrijk voor me is om mijn neefje te laten zien. Waarom heb ik niet gewoon genoeg aan het genieten van het samenzijn met kleine S.?  Ik denk dat het iets heel natuurlijks is. Normaal gesproken ben je negen maanden zwanger en daarna heb je een baby. In de eerste weken komt iedereen die je lief is je kindje bewonderen. Men verzucht, al dan niet gemeend, dat het zo’n mooi kind is en jij zit stralend van blijdschap en trots te genieten van al die aandacht voor je verse baby.
Ik was negen maanden zwanger. Iedereen zag mijn buik groeien, leefde met me mee en toen...

Geen Baby.
Nou ja, er wás natuurlijk wel een baby, maar die baby was niet van mij. Ik vond dat niet erg, ik was niet verdrietig, ik was zelfs blij. Maar die momenten waarop je aan anderen kunt laten zien wie je op de wereld hebt gezet, de momenten waarop je bijna uit elkaar barst van trots, die momenten die heb ik in zo’n logeerweekend. Dit is mijn verlate kraamtijd.

Dus mocht je morgen in een supermarkt in een Fries dorpje een vrouw met een véél te brede grijns achter een wandelwagen (met daarin het allermooiste mooiste blonde jongetje) zien lopen, pers er dan even wat oh’s en ah’s uit. Dat vindt ze fijn.

maandag 7 oktober 2013

Vorig jaar om deze tijd

Hoera! Nietmeerzokleine S. is jarig!

Een heel jaar is verstreken sinds het moment dat S. in de Friese hoofdstad op mijn borst lag. Hij glibberig, roze en perfect. Ik uitgeput, maar zó blij en opgelucht.

Gisteren vierden we zijn feestje. S. was een stralend middelpunt. Hij at enthousiast van de taart die ik voor hem maakte, was dolblij met het verpakkingsmateriaal van zijn cadeautjes en lag, zoals het een echte dreumes betaamt, de halve middag lekker te slapen in zijn bedje. Gisteren was zijn dag. En geloof me, hij stal de show.

Waar gisteren de dag in het teken stond van het vieren van de eerste verjaardag van S., staat vandaag voor mij in het teken van terugdenken en herbeleven. Mijn gedachten beginnen niet zelden met: "Vorig jaar om deze tijd...". Het zijn niet enkel fijne gedachten; de bevalling was erg zwaar en ik heb me, ondanks de geweldige steun van K., J. en B., heel alleen en wanhopig gevoeld. De pijn vergeet je, maar die eenzaamheid niet. Gelukkig overheerst blijdschap en trots tijdens mijn reisjes in de tijd, het resultaat van mijn inspanningen zat gisteren immers glunderend stukken taart in zijn mond te proppen!

Vorig jaar om deze tijd (daar ga ik weer) lag ik op mijn zij in het ziekenhuisbed. Ik praatte niet meer, was in mezelf gekeerd en ik herhaalde, geluidloos, steeds dezelfde woorden: "Ik moet en ik kan dit volhouden." Ik hield het vol en de uitkomst is bekend. Vanavond trek ik me ook weer terug. Ik steek de kaarsjes in de badkamer aan, doe de deur op slot, neem een warm bad en laat mijn gedachten de vrije loop. Vandaag voelt gek. Vandaag voelt bijzonder.

Vandaag is mijn dag.