maandag 22 juli 2013

Navelstreng

Het is zomer. Vorig jaar omstreeks deze tijd ging ik vrij bol door het leven. Ik zat onder de rode bultjes (leuk zwangerschapskwaaltje), werd stapelgek van de jeuk, maar voelde me heel bijzonder. Ze zijn er nu steeds vaker, van die weet-je-nog-vorig-jaar-om-deze-tijd-momenten. Anderzijds merk ik juist dat ik mijn normale leven steeds meer terugkrijg. Ik val af en begin weer op de oude E. te lijken, denk niet meer iedere dag aan de bevalling of aan de zwangerschap en de neiging om wildvreemden ongevraagd ons verhaal te vertellen kan ik ook steeds vaker onderdrukken (hoewel we volgende maand toch echt met z'n drieën in een Fries tijdschrift staan).

Kleine S. is inmiddels nauwelijks nog kleine S. te noemen. Hij groeit, ontwikkelt zich tot een goedlachs mannetje en het is nu al duidelijk te zien dat hij later heel wat harten zal breken. Ik heb een verdraaid knap exemplaar op de wereld gezet!

Dat verdraaid knappe exemplaar bracht de afgelopen weken door in Kroatië. Samen met zijn ouders en broers en zus even een paar weekjes op vakantie. Ik had niet verwacht dat ik hem zo zou missen. Het komt wel vaker voor dat ik hem twee of zelfs drie weken niet zie. Dat vind ik niet leuk, maar zo gaan die dingen soms. Maar nu, nu ik weet dat hij 1500 kilometer bij me vandaan is, voel ik het meer dan anders. Die onzichtbare navelstreng is heel rekbaar, maar de rek is er nu wel even uit. Gelukkig komt hij morgen terug.

Van tevoren had ik geen idee hoe het zou voelen om een kind te baren en het vervolgens niet bij me te hebben. Ik wist niet wat hij precies voor me zou gaan betekenen. Nu weet ik het wel. Kleine S. zit heel diep in mijn hart. Hij is niet mijn kind, maar ook niet gewoon een neefje. Het houdt het midden daartussen. En hoe verder hij bij mij vandaan is, hoe sterker ik dat voel. Het is prima dat hij bij K. en J. is. Zij zijn zijn ouders en ik laat regelmatig een blij traantje als ik zie of lees hoe gelukkig ze met elkaar zijn, maar die vakanties… dat moeten ze maar gewoon niet meer doen. Of ze moeten me meenemen, dat mag natuurlijk altijd.

Morgen ben ik jarig. Ook weer zo'n moment. Vorig jaar dronk ik alcoholvrije bubbels (bocht!) op mijn verjaardag, dit jaar trekken we iets leukers open. Weer een jaar ouder en, na alles wat ik nu heb meegemaakt en over mezelf en de mensen om me heen heb geleerd, zéker wijzer. En vooral, niet aflatend, APETROTS.